In het laatste jaar van de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (voltijd) aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten te Tilburg laten wij onze onderzoekende vaardigheden zien in de vorm van een afstudeeronderzoek. Dit valt te vergelijken met een scriptie, maar is iets vrijer in vorm. Ook een afstudeerpresentatie en beeldend werk komen in dit jaar aan bod.
In mijn geval is het onderzoek op te delen in een kunstedcuatief en kunsttheoretisch onderwerp.
Het kunsttheoretische onderzoek gaat over de combinatie tussen dood en leven in de hedendaagse kunst. Verschillende kunstenaars gebruiken de iconografie en semiotiek van de dood in de kunst, maar zeggen daarmee juist iets over het leven. Hierbij zien we materialen, iconen en personificaties terugkeren die symbool staan voor de dood. Verder in het onderzoek passen we ook Eros en Thanatos toe om de hedendaagse kunst te lezen. Deze twee begrippen komen oorspronkelijk uit de Griekse en Romeinse mythologie en zijn door Freud vertaald als 'levensdrift' en 'doodsdrift'. Deze driften zijn constant met elkaar in verbinding en dit manifesteert zich zowel in de mens, als in de kunst. Ook onbedoeld kunnen we deze driften lezen in het werk van bijvoorbeeld Tracey Emin en Damien Hirst.
Dit onderzoek is ontstaan door de bewustwording van een opmerkelijk fenomeen in de westerse maatschappij: de dood wordt onpersoonlijk en de mens neemt steeds meer afstand.
Door middel van dit onderzoek poog ik om de werken rondom dood en leven 'leesbaar' te maken. Zo wordt het mogelijk dat kunstenaars door middel van hun werk het perspectief op de dood veranderen en kunst daardoor kan bijdragen op het doorbreken van het taboe tussen mens en de dood.
Het onderzoek kan rond 15 mei gepubliceerd worden.